Hoe gebeurt euthanasie?

Bij euthanasie dient de arts via een injectie of infuus een middel toe dat de patiënt in coma brengt. Daarna krijgt de patiënt een spierverslappend middel. Dit verlamt de ademhalingsspieren en daarna treedt de dood in.

Bij ‘hulp bij zelfdoding’ drinkt de patiënt zelf een dodelijk drankje, waar de arts bij is. De arts overhandigt het middel persoonlijk en blijft tot de patiënt is overleden. Als het drankje niet binnen redelijke tijd werkt, geeft de arts alsnog een dodelijke injectie.

De arts moet bij de patiënt blijven tot deze is overleden voor het geval er problemen optreden. Hij zorgt ook voor een goed verslag van de besluitvorming en de uitvoering van het euthanasieverzoek. Daarna meldt de arts de euthanasie bij de gemeentelijk lijkschouwer, die een niet-natuurlijke dood vaststelt. De lijkschouwer stuurt het verslag van de arts naar een van de regionale toetsingscommissies. Er zijn er vijf in Nederland. In zo’n commissie zit een arts en een ethicus, ondersteund door een secretaris (een jurist).

De toetsingscommissie beoordeelt of de arts heeft voldaan aan de zorgvuldigheidscriteria. In 99,9% van de gevallen is dit zo. Onzorgvuldige gevallen worden gemeld bij de Inspectie voor Volksgezondheid. Sinds de invoering van de euthanasiewet is er nog nooit een arts veroordeeld.

Bekijk ook deze thema's